1. Gezonde ecosystemen
Elke soort vervult een functie in zijn omgeving. Planten leveren zuurstof, bijen en andere insecten zorgen voor bestuiving, en bodemorganismen houden de grond vruchtbaar. Hoe meer soorten er zijn, hoe veerkrachtiger het ecosysteem is. Dat betekent: beter bestand tegen ziekten, klimaatverandering of verstoringen.
2. Voedsel, water en medicijnen
Biodiversiteit ligt aan de basis van onze voedselvoorziening. Veel gewassen zijn afhankelijk van natuurlijke bestuivers. Bossen en wetlands zuiveren ons water. En een groot deel van onze medicijnen is afkomstig van planten of andere organismen. Zonder biodiversiteit verdwijnen ook deze bronnen.
3. Klimaat en bescherming
Ecosystemen zoals bossen en oceanen slaan grote hoeveelheden CO₂ op en helpen zo de opwarming van de aarde te beperken. Mangroves en duinen beschermen kustgebieden tegen overstromingen. Biodiversiteit is dus ook een natuurlijke buffer tegen de gevolgen van klimaatverandering.
4. Culturele en economische waarde
Natuur en biodiversiteit hebben ook een waarde die niet direct in geld is uit te drukken. Ze leveren inspiratie, rust en recreatie. Tegelijk zijn veel sectoren – zoals landbouw, visserij en toerisme – economisch afhankelijk van een gezonde natuur.
Biodiversiteit is geen luxe, maar een noodzaak. Het ondersteunt het leven op aarde, inclusief ons eigen bestaan. Het behoud ervan is dus niet alleen een zaak van natuurliefhebbers, maar van ons allemaal.
Bron:
Rijksoverheid. "Waarom is biodiversiteit belangrijk?"
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur-en-biodiversiteit/waarom-is-biodiversiteit-belangrijk